Een galsteen is een vaste structuur in de galblaas of de buizen van het galsysteem. Het hebben van galstenen wordt cholelithiasis genoemd (van Grieks 'chole', gal; 'lithos', steen; 'iasis', ziekte) . Ze worden gevormd uit gal en bestaan voornamelijk (80%) uit cholesterol. De resterende 20% zijn pigmentstenen die bestaan uit bilirubine en kalkzouten. In de normale bevolking komen galstenen bij ongeveer 30% van de mensen voor, meer op hogere leeftijd. De meeste mensen met galstenen zijn symptoomvrij en behoeven dan ook geen behandeling.
Zolang galstenen in de galblaas blijven veroorzaken zij meestal geen klachten. Komen ze echter in de afvoerende galgang naar de darm terecht, dan veroorzaken ze daar vaak een obstructie. Meestal zeer pijnlijke galkolieken zijn het gevolg. De pijn straalt niet zelden uit naar de rug of de rechter schouder. De pijn wordt doorgaans opgeroepen of verergerd door een (vettige) maaltijd, omdat gal een rol speelt bij de vetvertering. Via het hormoon cholecystokinine trekt de galblaas dan samen waardoor stenen makkelijker in de galwegen terechtkomen. Een andere complicatie is geelzucht (icterus), doordat de gal niet meer kan afvloeien en galkleurstoffen via de lever in de bloedbaan en in het lichaam terecht komen. Als de galafvloed langere tijd geheel geblokkeerd is zal de ontlasting ontkleuren: de normale bruine kleur wordt veroorzaakt door galkleurstoffen.